Wet van 2 februari 1983 tot invoering van een testament in de internationale vorm en tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het testament

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Wet van 2 februari 1983 tot invoering van een testament in de internationale vorm en tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het testament [1] [2]

Artikel 1

1. Een testament is wat de vorm betreft rechtsgeldig, ongeacht de plaats waar het is opgemaakt, de ligging van de goederen, de nationaliteit, de woonplaats of de verblijfplaats van de erflater, indien het is opgemaakt in de vorm van het internationaal testament, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2 tot 5 hierna.

2. De nietigheid van het testament als internationaal testament, laat zijn eventuele geldigheid wat de vorm betreft, als een testament van een andere soort onverkort.


Artikel 2

Deze wet vindt geen toepassing op de vorm van testamentsbeschikkingen die in een zelfde akte door twee of meer personen worden gemaakt.


Artikel 3

1. Het testament moet schriftelijk worden gemaakt.

2. Het moet niet noodzakelijk door de erflater zelf zijn geschreven.

3. Het mag in om het even welke taal zijn geschreven, met de hand of door enig ander middel.


Artikel 4

1. De erflater verklaart in tegenwoordigheid van twee getuigen en van een persoon die bevoegd is om in delen op te treden, dat het stuk zijn testament is en dat hij de inhoud ervan kent.

2. De erflater is niet verplicht aan de getuigen of aan de bevoegde persoon kennis te geven van de inhoud van het testament.


Artikel 5

1. De erflater tekent het testament in tegenwoordigheid van de getuigen en van de bevoegde persoon, of, indien hij het reeds vroeger heeft getekend, erkent en bevestigt zijn handtekening.

2. Indien de erflater niet kan tekenen, geeft hij daarvan aan de bevoegde persoon de oorzaak op en deze vermeldt zulks op het testament. Daarenboven kan de erflater volgens de wet krachtens welke de aanwijzing van de bevoegde persoon is geschied, toegelaten zijn om een ander persoon te vragen in zijn naam te tekenen.

3. De getuigen en de bevoegde persoon brengen dadelijk hun handtekening op het testament aan, in tegenwoordigheid van de erflater.


Artikel 6

1. De handtekeningen moeten aan het einde van het testament worden aangebracht.

2. Indien het testament uit verscheidene bladen bestaat, moet ieder blad door de erflater worden getekend, of indien hij niet kan tekenen, door de persoon die in zijn naam tekent, of indien er geen is, door de bevoegde persoon. Bovendien moet elk blad worden genummerd.


Artikel 7

1. De datum van het testament is die van de ondertekening door de bevoegde persoon.

2. Deze datum moet door de bevoegde persoon aan het einde van het testament worden aangebracht.


Artikel 8

Indien de bewaring van de testamenten niet onderworpen is aan een dwingend voorschrift, vraagt de bevoegde persoon aan de erflater of hij een verklaring wil afleggen met betrekking tot de bewaring van zijn testament. In dat geval wordt op uitdrukkelijk verzoek van de erflater, in de verklaring waarvan sprake is in artikel 9, de plaats vermeld waar hij voornemens is zijn testament te bewaren.


Artikel 9

De bevoegde persoon hecht aan het testament een verklaring die in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 10, waaruit blijkt dat aan de vereisten van deze wet is voldaan.


Artikel 10

De door de bevoegde persoon opgemaakte verklanking wordt gesteld in de vorm hierna, of in een gelijkwaardige vorm:

VERKLARING
(Overeenkomst van 26 oktober 1973)
1. Ik …………………………………………………………………………………………..
(naam, adres en hoedanigheid), aan wie bevoegdheid is verleend om inzake internationale testamenten op te treden.
2. Bevestigt dat op ………………………..(datum) te ………………………………… (plaats)
3. (erflater) ……………………………………………………………………………………… (naam, adres, geboortedatum en –plaats) in mijn tegenwoordigheid en in die van de getuigen,
4. a) ………………………………………………………………………………………………… (naam, adres, geboortedatum en -plaats)
b) ………………………………………………………………………………………………. (naam, adres, geboortedatum en -plaats)
heeft verklaard dat het hieraan gehechte document zijn testament is en dat hij de inhoud ervan kent
5. Ik bevestig bovendien dat:
6. a) de erflater in mijn tegenwoordigheid en in die van de getuigen,
1. het testament heeft getekend of zijn reeds aangebrachte handtekening heeft erkend en bevestigd;
2. * verklaard heeft zijn testament niet zelf te kunnen tekenen, om de volgende oorzaak:
………………………………………………………………………………………………
- ik heb zulks op het testament vermeld,
- * de handtekening is aangebracht door …………………………………………………. (naam, adres)
7. b) dat de getuigen en ik zelf het testament hebben getekend.
8. *c) Elk blad van het testament is getekend door . . . . . . . . .en genummerd.
9. d) Ik heb de identiteit van de erflater en van de hierboven genoemde getuigen nagegaan.
10. e) De getuigen voldoen aan de vereisten van de wet krachtens welke ik optreed.
11. *f) De erflater wenst met betrekking tot de bewaring van zijn testament de hierna volgende verklanking af te leggen …………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………….


12. PLAATS ………………………………………………………………………
13. DATUM ……………………………………………………………………….
14. HANDTEKENING en, in voorkomend geval, ZEGEL ………………………


* In voorkomend geval aanvullen


Artikel 11

De bevoegde persoon houdt een exemplaar van de verklaring en overhandigt een ander aan de erflater.


Artikel 12

Tot het tegendeel bewezen is wordt de verklaring van de bevoegde persoon aanvaard als een voldoende bewijs van de formele geldigheid van de akte, als testament in de zin van deze wet.


Artikel 13

Het ontbreken of de onregelmatigheid van een verklaring doet geen afbreuk aan de formele geldigheid van een testament dat in overeenstemming met deze wet is opgemaakt.


Artikel 14

Het internationaal testament is onderworpen aan de gewone regels van de herroeping van testamenten.


Artikel 15

Bij de uitlegging en de toepassing van de bepalingen van deze wet wordt rekening gehouden met de internationale oorsprong ervan en met de noodzakelijkheid van eenvormige uitlegging.


Artikel 16

Zijn bevoegd om inzake internationale testamenten op te treden:

  • op het Belgisch grondgebied, de notaris;
  • ten opzichten van de Belgische onderhorigen in het buitenland, de diplomatieke en consulaire ambtenaren met notariële bevoegdheid.


Artikel 17

1. De notaris die de door artikel 9 bedoelde verklaring heeft opgemaakt bergt het testament in een omslag die in tegenwoordigheid van de erflater van de getuigen wordt verzegeld.

2. Hij bewaart die omslag bij zijn minuten, samen met een exemplaar van de verklaring.


Artikel 18

Ingeval de erflater niet kan spreken, maar wel kan schrijven, kan hij een testament maken in dezelfde vorm als een internationaal testament, op voorwaarde dat hij onderaan op het testament in tegenwoordigheid van de notaris en van de getuigen schrijft dat het door hem aangeboden papier zijn testament is; daarna schrijft de notaris op dat papier dat de erflater die woorden in zijn tegenwoordigheid en in die van de getuigen heeft geschreven.


Artikel 19 - 24

niet opgenomen (wijzigingsbepalingen)


Voetnoten

  1. B.S. 11 oktober 1983.
  2. Link naar wet via refLex