Hoge Raad, 5 maart 2010, nr. 08/03102
Hoge Raad, 5 maart 2010, nr. 08/03102[1]
Inhoud
Inhoudsindicatie
Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, zie ook het arrest 08/03099
Uitspraak
Arrest gewezen op het beroep in cassatie van X te Z, België (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 12 juni 2008, nr. 07/00102, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Het geding in feitelijke instanties
- Aan belanghebbende is voor het jaar 2003 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is verminderd.
- De Rechtbank te Breda (nr. AWB 05/3113) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.[2]
- Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
- Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.[3]
2. Geding in cassatie
- Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij vijf middelen voorgesteld.
- De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
- Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
- De Staatssecretaris heeft een conclusie van dupliek ingediend.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen II, III, IV en V falen op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 08/03099 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, van welk arrest een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht. De omstandigheid dat de belastingplichtige in die zaak winst uit een in Nederland gedreven onderneming genoot en belanghebbende inkomsten uit dienstbetrekking bij een Nederlandse publiekrechtelijke instelling genoot, leidt niet tot een ander oordeel.
Middel I behoeft derhalve geen behandeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C.B. Bavinck als voorzitter, en de raadsheren A.R. Leemreis en P.M.F. van Loon , in tegenwoordigheid van de waamemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2010.
Aantekeningen
Voetnoten |