Tijdsevenredig

Uit NeBelEx Wiki
(Doorverwezen vanaf Dagenbreuk)
Ga naar: navigatie, zoeken

Toerekening loon

Eerst rechtstreeks, dan tijdsevenredig

Inkomenstoerekening dient in eerste instantie rechtstreeks te geschieden. Pas wanneer dit onmogelijk is, dan dient het loon voor de buitenlandse werkzaamheden naar tijdsevenredigheid te worden afgeleid uit het verkregen jaarloon.[1]

"Indien het bedrag van 'de ter zake daarvan verkregen beloning' niet rechtstreeks kan worden vastgesteld, bijvoorbeeld aan de hand van salarisspecificaties, dient het naar tijdsevenredigheid afgeleid te worden uit het verkregen jaarloon."[2]
"het aan de in de werkstaat verrichte arbeid toe te rekenen loon dient te worden bepaald door het jaarloon te vermenigvuldigen met een breuk"[3]


Ook in Besluit van 11 februari 2002, nr. IFZ2002/40M, onderdeel 4, wordt invulling gegeven aan tijdsevenredig:

"Tijdsevenredig wil in dit kader zeggen naar de mate van het aantal dagen waarin de werkzaamheden waaraan het belastbare voordeel wordt toegerekend in Nederland en in de andere verdragsluitende staat zijn of worden verricht."


Breuk

'Teller'

"Het aantal dagen waarop daadwerkelijk in de werkstaat is gewerkt, inclusief ziektedagen waarop belastingplichtige, als hij niet ziek zou zijn geweest, in de werkstaat zou hebben gewerkt" [4] [5]


'Noemer'

Totaal aantal dagen -/- dagen waarop niet behoeft te worden gewerkt.

"Het aantal kalenderdagen van het desbetreffende jaar, verminderd met de weekeinddagen, de ter zake van arbeid in dat jaar overeengekomen vakantiedagen, en de feestdagen en dergelijke waarop niet behoefde te worden gewerkt" [6] [7] "De noemer (...) wordt derhalve niet beïnvloed door het (totale) aantal ziektedagen." [8]


Weekenddagen

Wanneer 6 dagen per week wordt gewerkt, is er maar één weekenddag per week.[9]


Feest- en verlofdagen?

De feestdagen (en verlofdagen) (b)lijken niet langer in mindering te komen op de noemer....[10]


Vakantiedagen

De daadwerkelijk in een kalenderjaar opgenomen vakantiedagen.

"Onduidelijkheid kan er bestaan wat onder ‘in een jaar overeengekomen vakantiedagen’ moet worden verstaan: het aantal vakantiedagen waarop een werknemer in een kalenderjaar recht heeft of het aantal vakantiedagen dat daadwerkelijk door een werknemer in een kalenderjaar is opgenomen. Er wordt voor de laatste uitleg gekozen, omdat de daadwerkelijk in een kalenderjaar opgenomen vakantiedagen exacter aansluit bij het vaststellen van het aantal dagen waarop daadwerkelijk in de werkstaat is gewerkt."[11]

Zie ook r.o. 4.8 van Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 16 oktober 2014, nr. 13/00989.


Kritiek op invulling van begrip tijd in noemer

Redactie Fiscaal up to Date[12]
"Daarbij gold wat ons betreft bepaald niet de eis dat het aantal uren in de noemer gelijk moest zijn aan het aantal uren waarop de arbeidsbeloning was gebaseerd. Het is immers heden ten dage, afgezien van "lopende‐band‐werk", volslagen normaal geworden dat een werknemer zich ook buiten de "reguliere" arbeidsuren inzet voor zijn werkgever."


Enkele berekeningen

52 kalenderweken
-/-   5 vakantie-weken
47 'werk'-weken
×   32 werkuren / week
1.504 overeengekomen arbeidsuren


365 kalenderdagen
-/- 104 weekeinddagen
261 'doordeweekse'-dagen
-/-   31 vakantie- en feestdagen
230 "de noemer van de voorkomingsbreuk"


365 kalenderdagen
-/- 104 weekeinddagen
261 'doordeweekse'-dagen
-/-   57 vakantie-, verlof- en feestdagen
204 'werk'-dagen



Binnen- en buitenlands belastingplichtigen

Toepassing van de dagenbreuk geldt voor zowel binnenlandse als buitenlandse belastingplichtigen.[13] [14]


Woon- werkverkeer


Reisdagen

  • "Vervolgens komt de rechtbank toe aan de kernvraag die partijen verdeeld houdt, namelijk of de reisdagen ook in de teller van de dagenbreuk dienen te worden meegenomen. Ingevolge het hiervoor vermelde arrest van de Hoge Raad bestaat de teller uit het aantal dagen waarop daadwerkelijk in de werkstaat is gewerkt. Nu eiser op de reisdagen ofwel vanuit Frans Guyana is vertrokken dan wel in Frans Guyana is aangekomen, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van dagen waarop daadwerkelijk in de werkstaat is gewerkt. Dat eiser zich wellicht niet gedurende de gehele dag op het grondgebied of in de territoriale wateren van Frans Guyana bevond, maakt dit oordeel niet anders. Doorslaggevend is dat de werkgever aan eiser loon heeft betaald dat betrekking heeft op de dagen waarop hij van en naar Frans Guyana is gereisd, in verband met de feitelijk in Frans Guyana uitgeoefende dienstbetrekking. De reisdagen sluiten ook steeds aan op de werkzaamheden verricht op het schip. Afgezien van de werkdagen in Suriname (waarvan de aantallen hier niet in geschil zijn), heeft eiser zijn dienstbetrekking dus feitelijk geheel in Frans Guyana uitgeoefend. De beloning die eiser voor de reisdagen van en naar Frans Guyana heeft gekregen, moet dan ook worden aangemerkt als een beloning voor de in Frans Guyana uitgeoefende dienstbetrekking, welke beloning aan Frans Guyana moet worden toegerekend."[15]


Zie ook


Voetnoten

  1. Evenzo: C. van Raad, Cursus Belastingrecht (Internationaal Belastingrecht), Studenteneditie 2009-2010, par. 2.4.1.C.d. (en par. 3.4.5.B.b.).
  2. Hoge Raad, 23 september 2005, nr. 40.179, r.o. 3.3.3.
  3. Hoge Raad, 23 september 2005, nr. 40.179, r.o. 3.3.5.
  4. Hoge Raad, 23 september 2005, nr. 40.179, r.o. 3.3.5 en 3.3.7
  5. CPP2007/664M Voorkoming onder de toepassing van belastingverdragen, onderdeel De dagenbreuk bij belastbaar loon (box 1)
  6. Hoge Raad, 23 september 2005, nr. 40.179, r.o. 3.3.5
  7. CPP2007/664M Voorkoming onder de toepassing van belastingverdragen, onderdeel De dagenbreuk bij belastbaar loon (box 1)
  8. Hoge Raad, 23 september 2005, nr. 40.179, r.o. 3.3.7
  9. Gerechtshof Amsterdam 11 februari 2020 ECLI:NL:GHAMS:2020:537
  10. Hoge Raad, 22 november 2013, nr. 13/00351
  11. CPP2007/664M Voorkoming onder de toepassing van belastingverdragen, onderdeel De dagenbreuk bij belastbaar loon (box 1)
  12. FutD n.a.v. Hoge Raad, 22 november 2013, nr. 13/00351, Fida 20137292.
  13. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12 april 2006, nr. 04/01094, r.o. 4.5.2.
  14. Gerechtshof Amsterdam, 10 december 2008, nr. 07/00830, r.o. 2.5.5.
  15. Rechtbank Noord-Nederland 19 februari 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:725 op Rechtspraak.nl