Circulaire nr. Ci.RH.9/579.277 (AOIF 38/2008) dd. 20.10.2008

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Circulaire nr. Ci.RH.9/579.277 (AOIF 38/2008) dd. 20.10.2008[1]

Onderwerpen

  • Personenbelasting.
  • Beroepsinkomen.
  • Afzonderlijk belastbaar inkomen.
  • Vrijgesteld buitenlands inkomen.
  • Berekening van de PB.
  • Belastbare grondslag in de PB.
  • Aanvullende agglomeratiebelasting op de PB.
  • Aanvullende gemeentebelasting op de PB.


  • Toepassing van art. 466bis, WIB 92.
  • Beroepsinkomsten van Duitse, Nederlandse of San Marinese oorsprong.
  • Berekeningsgrondslag van de PB/gem. en de PB/agg. wanneer de belastingplichtige vrijgestelde beroepsinkomsten heeft verkregen die afzonderlijk belast zouden worden indien zij van Belgische oorsprong waren.


Tekst regeling

Aan alle ambtenaren.


1.

Wanneer een rijksinwoner beroepsinkomsten uit het buitenland verkrijgt die krachtens een internationale overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting van PB zijn vrijgesteld, worden de PB/gem. en de PB/agg. overeenkomstig art. 466bis, WIB 92, desalniettemin, voor zover de internationale overeenkomst zulks toelaat, berekend op de PB die verschuldigd zou zijn indien de beroepsinkomsten in kwestie uit bronnen in België zouden zijn verkregen.

In de huidige stand van zaken, zijn beoogd door deze maatregel :

  • bepaalde vrijgestelde beroepsinkomsten van Duitse oorsprong (cf. circ. AFZ/96-258 (AFZ 17/2004) van 10.12.2004);
  • de vrijgestelde beroepsinkomsten van Nederlandse of San Marinese oorsprong (cf. circ. AFZ/2002-0097 (AFZ 5/2003) van 14.3.2003 en de Overeenkomst gesloten tussen het Koninkrijk België en de Republiek San Marino van toepassing op de inkomsten van belastbare tijdperken die aanvangen op of na 1.1.2008).


2.

De vraag werd gesteld wat moet worden verstaan onder "PB die verschuldigd zou zijn indien de beroepsinkomsten uit bronnen in België verkregen zouden zijn" wanneer de belastingplichtige bij verdrag vrijgestelde beroepsinkomsten heeft verkregen die tegen een afzonderlijk aanslagtarief zouden worden belast indien de inkomsten in kwestie van Belgische oorsprong waren (voor de vaststelling van de eigenlijke PB komen de inkomsten die krachtens internationale overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting vrijgesteld zijn, immers nooit voor afzonderlijke belasting in aanmerking - cf. nr. 171/3, Com.IB 92).


3.

Bij de vaststelling van de (fictieve) PB die als berekeningsgrondslag voor de PB/gem. en de PB/agg. in aanmerking moet worden genomen, moet rekening worden gehouden met het aanslagstelsel dat van toepassing zou zijn indien de inkomsten in kwestie van Belgische oorsprong waren.

Dat betekent dat wanneer de beroepsinkomsten in kwestie, mochten ze van Belgische oorsprong zijn geweest, daadwerkelijk afzonderlijk zouden worden belast, de (fictieve) PB die als berekeningsgrondslag dient voor de PB/gem. en de PB/agg., moet worden vastgesteld alsof die inkomsten afzonderlijk waren belast.


4.

Wat de berekening van de PB zelf betreft, blijven de in nr. 171/3, Com.IB 92, opgenomen richtlijnen wel te verstaan van toepassing.


5.

Deze circulaire is onmiddellijk van toepassing in alle stadia van de procedure.


Ondertekening

Voor de administrateur

Kleine en Middelgrote Ondernemingen :

De Directeur, S. QUINTENS


Aantekeningen

Voetnoten