Artikel 9 DBV

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Verdragstekst

Artikel 9. Verbonden ondernemingen

1.Indien

a. een onderneming van een verdragsluitende Staat onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van, aan het toezicht op, dan wel in het kapitaal van een onderneming van de andere verdragsluitende Staat, of
b. dezelfde personen onmiddellijk of middellijk deelnemen aan de leiding van, aan het toezicht op, dan wel in het kapitaal van een onderneming van een verdragsluitende Staat en van een onderneming van de andere verdragsluitende Staat,

en, in het ene of in het andere geval, tussen de twee ondernemingen in hun handelsbetrekkingen of financiële betrekkingen, voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd die afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen, mag winst die één van de ondernemingen zonder deze voorwaarden zou hebben behaald maar ten gevolge van die voorwaarden niet heeft behaald, worden begrepen in de winst van die onderneming en dienovereenkomstig worden belast.

2.Indien een verdragsluitende Staat in de winst van een onderneming van die Staat winst opneemt – en dienovereenkomstig belast – terzake waarvan een onderneming van de andere verdragsluitende Staat in die andere Staat is belast, en de aldus opgenomen winst bestaat uit winst die de onderneming van de eerstbedoelde Staat zou hebben behaald indien tussen de twee ondernemingen zodanige voorwaarden zouden zijn overeengekomen als tussen onafhankelijke ondernemingen zouden zijn overeengekomen, herziet de andere Staat op passende wijze het bedrag aan belasting dat aldaar over die winst is geheven. Bij deze herziening wordt rekening gehouden met de overige bepalingen van dit Verdrag en, indien nodig, plegen de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende Staten overleg met elkaar.


Teksten uit Protocol I

10. Met betrekking tot artikel 9, paragraaf 1

Het is echter wel te verstaan, dat de omstandigheid dat verbonden ondernemingen overeenkomsten hebben afgesloten, zoals « cost-sharing » overeenkomsten of algemene dienstverleningsovereenkomsten, voor of gebaseerd op de toerekening van de kosten van de leiding, de algemene beheerskosten, de technische en zakelijke kosten, kosten voor onderzoek en ontwikkeling en andere soortgelijke kosten, op zichzelf geen voorwaarde is die afwijkt van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen.


11. Met betrekking tot artikel 9

Het is wel te verstaan dat voor de toepassing van artikel 9 onder een onderneming mede wordt begrepen een vaste inrichting.


Gezamenlijke artikelsgewijze toelichting

Verbonden ondernemingen (artikel 9 en punten 10 en 11 van Protocol I)

In artikel 9 is, in overeenstemming met het OESO Modelverdrag 1992/1997, het zogenoemde «arm's length principle» voor grensoverschrijdende transacties tussen verbonden ondernemingen neergelegd. Op basis van het «arm's length principle» zouden in de transacties tussen verbonden ondernemingen normaliter geen voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd die afwijken van de voorwaarden die onafhankelijke derden in de gegeven omstandigheden overeengekomen zouden zijn. Bij de bepaling of dit het geval is, gelden de door de OESO opgestelde «Transfer pricing guidelines for multinational enterprises and tax administrations» en de administratieve praktijken van de verdragsluitende Staten als leidraad.

Paragraaf 1 bevat in dit verband de bepaling dat ingeval tussen verbonden ondernemingen in hun handelsbetrekkingen of financiële betrekkingen voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd die afwijken van die welke tussen onafhankelijke ondernemingen zouden worden overeengekomen, de winst die één van de verbonden ondernemingen zonder deze voorwaarden zou hebben behaald maar ten gevolge van die voorwaarden niet heeft behaald, in de winst van die onderneming mag worden begrepen en dienovereenkomstig mag worden belast. Met betrekking tot de bepalingen van paragraaf 1 is in punt 10 van Protocol I, in lijn met hoofdstuk VIII van de «Transfer pricing guidelines for multinational enterprises and tax administrations», verduidelijkt dat de enkele omstandigheid dat verbonden ondernemingen «cost sharing»-overeenkomsten of algemene dienstverleningsovereenkomsten sluiten voor (de toerekening van) kosten van de algemene leiding, algemene beheerskosten, technische en zakelijke kosten, kosten voor onderzoek en ontwikkeling en andere soortgelijke kosten, op zichzelf geen aanleiding vormt om te veronderstellen dat zij in strijd zouden handelen met het «arm's length principle». Deze bepaling laat uiteraard de mogelijkheid onverlet om de in het kader van de «cost sharing»-overeenkomsten en algemene dienstverleningsovereenkomsten overeengekomen kostenverdeling te toetsen aan het «arm's length principle».

Voor het geval een transactie tussen verbonden ondernemingen leidt tot belastingheffing over een winstcorrectie in de zin van paragraaf 1, regelt paragraaf 2 dat de andere verdragsluitende Staat op passende wijze het bedrag aan belasting dat aldaar over het bedrag van die winstcorrectie is geheven, zal herzien.

Ten slotte is in punt 11 van Protocol I vastgelegd dat voor de toepassing van artikel 9 onder de uitdrukking «onderneming», zoals gehanteerd in dat artikel, tevens wordt verstaan een vaste inrichting van die onderneming in de andere verdragsluitende Staat. Aldus is zeker gesteld dat ook grensoverschrijdende transacties die een onderneming pleegt met een verbonden onderneming, terwijl deze transacties toerekenbaar zijn aan de in de andere verdragsluitende Staat gevestigde vaste inrichting van de eerstbedoelde onderneming, getoetst kunnen worden aan het in artikel 9 neergelegde «arm's length principle».


Aantekeningen