Deze belastingzaak is een vervolg op het tussenarrest van 21 maart 2008 (LJN BA8179), waarbij de Hoge Raad prejudiciële vragen (vragen van uitleg) heeft gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Deze vragen hebben betrekking op de termijn voor navordering van belasting van twaalf jaar voor verzwegen (inkomsten uit) buitenlandse banktegoeden en de mogelijkheid om over die twaalf jaar een boete op te leggen.
Navordering houdt kort gezegd in dat de belastingdienst, nadat al een definitieve aanslag is opgelegd, nieuwe informatie krijgt (in dit geval over verzwegen buitenlandse bankrekeningen) op grond waarvan eerder te weinig geheven belasting alsnog bij navorderingsaanslag wordt geheven. De termijn voor navordering van twaalf jaar is langer dan de vergelijkbare termijn die geldt voor binnenlandse tegoeden, die vijf jaar bedraagt.