De Europese Commissie heeft België verzocht om binnen twee maanden zijn wetgeving in verband met de toepassing (onder voorwaarden) van het verlaagde tarief van 6 % op bepaalde leveringen van woningen of bepaalde werken in onroerende staat te wijzigen. Volgens de Belgische wetgeving is dit verlaagde tarief van toepassing op een eerste schijf van 50 000 euro en geldt voor de resterende maatstaf van heffing het normale tarief van 21 %.
In de btw-richtlijn is een lijst van goederen en diensten opgenomen waarop het verlaagde tarief van 6 % mag worden toegepast. Hieronder valt met name de "levering, bouw, renovatie en verbouwing van in het kader van het sociaal beleid verstrekte huisvesting".
De Belgische wetgeving voorziet in de toepassing van het verlaagde btw-tarief op een eerste schijf van 50 000 euro, maar niet in het kader van "sociaal beleid". Gezien de algemene strekking van de maatregel is de Commissie daarom van mening dat hij niet onder de beperkte lijst van de richtlijn valt.
De drempel van 50 000 euro die in de Belgische wetgeving wordt vermeld, bewerkstelligt immers niet dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen woningen waarvoor het verlaagde btw-tarief geldt, en woningen waarvoor het normale tarief van 21 % geldt. Hij beperkt alleen het door de staat toegekende financiële voordeel.
De Commissie is ook van mening dat een maatstaf van heffing niet kunstmatig kan worden opgesplitst om het belastbare bedrag vervolgens ten dele naar een verlaagd en ten dele naar een normaal btw-tarief te belasten. In de praktijk leidt dat immers tot een veelheid van tarieven, terwijl volgens de btw-richtlijn in beginsel maximaal twee verlaagde tarieven mogen worden toegepast, naast het normale tarief.